Eerst de versiering, dan pas de rest.

Eerst de versiering, dan pas de rest.

Dat klinkt zeer tegenstrijdig, maar bij het maken van een rozet, de versierde ring rondom het klankgat is dat toch de enige volgorde.

De twee delen voor het bovenblad zijn aan elkaar gelijmd. Dan bepaal je waar het klankgat moet komen. In het hart van de cirkel zet je een passer en bepaal je hoeveel ringen je wilt hebben. Ik heb er één, maar je hebt ook gitaren met meerdere ringen van hout en/of van parelmoer in verschillende breedtes.

Met een frees verwijder je het hout tot de juiste diepte. Een zeer precies werkje: te ondiep is nog te corrigeren, te diep niet of in elk geval veel moeilijker. (En zeker niet door mij!)

Dan plak je de ring in de uitsparing. Ook weer een oefening mindfulness: de lijm droogt in ongeveer twintig minuten en gedurende die tijd, klop je met een houtje steeds de rozetring aan, zodat hij overal goed vast blijft zitten. Pas op het allerlaatste zaag je het klankgat. Daarna kun je niet toch nog even een tweede of derde versiering aanbrengen.

Dat idee voer je maar uit op je tweede gitaar. Eerst deze maar afmaken en ja: dat gaat nog even duren.